Het receptenboek van Barent Hovius

 

De bewerking van het 'Receptenboek van Barent Hovius' is een samenwerkingsproject tussen de NVMG en het Trefpunt.
Meewerken aan de transcriptie en annotatie? Via u aan via de ledenpagina van de NVMG (link).

Projectleider: Prof.dr. Mart van Lieburg

In het Stadarchief Rotterdam bevindt zich een omvangrijk manuscript dat van grote waarde en betekenis is voor de medische geschiedenis. Door de publicatie van de gemeentearchivaris Eppe Wiersum (1869-1955) in het NTvG (1918, 1300-1307) kreeg het algemene bekendheid onder de titel 'Receptenboek van Barent Hovius'. Dat het manuscript veel meer omvat dan alleen recepten, wordt gemakkelijk duidelijk wanneer men door de 534 folianten bladert: beschrijvingen van ziektegevallen, geneeskundige verhandelingen en 'de meest bonte verzameling van gebeden, Bijbelteksten, spreuken van allerlei aard, gedichten, brieven en wat niet al' (Van Wiersum).

Barent Hovius (Rotterdam 14 april 1642-Rotterdam oktober 1696) was de zoon van een leraar (preceptor) aan de Latijnse school, wat zijn bekendheid met het Latijnse en ook het Grieks mede veklaart. De biografische bijzonderheden en de beschrijving van het handschrift door Wiersum kunnen hier uit zijn publicatie worden overgenomen.

Lees meer

'Hovius [de vader] en zijn vrouw overleden in Januari 1665. Als voogden over den minderjarigen zoon uit het eerste huwelijk, den schrijver van ons handschrift, werden aangesteld de tegelbakker Jacobus de Colonia en de chirurgijn Johan  de jongh. De laatste werd mét Petrus Swaerdecroon, med. doctor, ook tot voogd over de kinderen uit het tweede huwelijk benoemd. Van deze kinderen is voor ons alleen van eenig belang de oudste zoon Willem (Guilielmus), gedoopt 15 febr. 1646, die in 1666 aan de Latijnsche school tot leeraar in het Latijn werd aangesteld, in 1706 opklom tot conrector en in 1718 met behoud van traktement ontslag kreeg. Hij overleed in Juli 1736 in den ouderdom van 90 jaar, ais weduwnaar, wonende in de Lombardstraat. Een lofdicht op Erasmus, door hem gedicht in 1685, is in het handschrift opgenomen op bldz. 267, terwijl op bldz. 457 de naam van een anderen broer, Johannes, gedoopt 9 maart 1653, genoemd wordt. Op bldz. 460 van zijn boek schrijft Barent Hovius eenige spreuken af uit de geschriften van zijn vader, om ze zoodoende aan de vergetelheid te ontrukken. Waar de schrijver van ons handschrift zijn opleiding heeft genoten, is niet bekend. Waarschijnlijk heeft hij, na volbrachten leertijd, een reis naar de Oost gedaan. Blijkens zijn aanteekeningen toch op bldz. 308 en 528, moet hij in 1665 en ook nog in 1668 in dienst van de Oost-Indische Compagnie op de kust van Coromandel, in het Nederlandsch comptoir Masulipatam, gezeten en daar chirurgische operaties verricht hebben. Wellicht heeft hij daar in 1669 de bemanning van het jacht 'De Beurs', dat 7 April van dat jaar tusschen de Arabische en Perzische kust was, ontmoet (bldz. 259), en zal hij dan met de fluit Delfshaven, die 2 Juni 1670 zich op 41 graden Noorderbreedte bevond, naar het vaderland gevaren zijn (bldz. 533). Dit klopt met zijn eigen advies over de beste opleiding van candidaat-chirurgijns: 'Als yemants sinnen strect te leeren chirurgij,/ Die soeckt de artzen out en oefent theorij, / Slaet gade haer practijck voor zes à zeven jaren / En dan treckt in de krijgh of stelt u om te varen / Op oorlogsschepen ....' In het vaderland zelf hooren wij het eerst van hem bij gelegenheid van zijn huwelijk, 14 Sept. 1670 te Hillegersberg met Grietje Mouthaen, jongedochter van Rotterdam» gesloten. Daarna bij den verkoop van zijns vaders huis, 13 Mei 1672, waarbij hij als medevoogd over de minderjarige broeders en zusters optreedt. Hij vestigt zich hier als chirurgijn en koopt 15 Mei 1675 een huis aan de noordzijde van de Meent, naast den apotheker Pieter Doelman. Als chirurgijn schijnt hij een goeden naam gehad te hebben. Zijn leerling Leonard Pot herdenkt hem in 1704 nog als een ervaren (expertissimum) chirurgijn. Ook is hij in 1695 hoofdman van het gilde geweest (bldz. 180). Zijn huwelijk bleef kinderloos. Hij stierf in October 1696 en werd in de Prinsenkerk begraven. Als zijn grafschrift heeft hij wellicht gewenscht de woorden» door hem eigenhandig aan het hoofd van zijn handschrift geplaatst: 'Virtute vixit, / Memoria vivit,/ Gloria vivet'. Zijn weduwe verkocht het huis aan de Meent reeds het volgend jaar, 30 April 1697. Een half jaar vóór zijn dood, 15 Maart 1696, had hij zijn testament gemaakt voor notaris mr. Pieter Ouseel te Rotterdam, waarbij aan zijn vrouw het vruchtgebruik van de geheele nalatenschap werd toebedeeld. Deze stierf in Augustus 1704.
Het handschrift is aangelegd 18 September 1678; eenige aanteekeningen van ouderen datum zijn blijkbaar later bijgeschreven. Tot enkele maanden vóór zijn dood heeft de schrijver eraan gewerkt; er komen aanteekeningen in voor van 6 en 14 Augustus 1696 (bldz. 283). Van den schrijver ging het handschrift over op zijn weduwe, die het 5 Maart 1704 als een verjaringsgeschenk aan den chirurgijn Leonard Pot gaf. Deze Pot had in 1693 en 1694 als chirurgijnsknecht-leerling zijn leerjaren uitgediend bij mr. Adrianus Koenerding, stadsheelmeester te Amsterdam en was in 1695 door Hovius tot chirurgijn gepromoveerd; sindsdien was hij als zoodanig werkzaam te Rotterdam, in de Torenstraat. Tot zijn dood, begin April 1731, zal het handschrift wel in zijn bezit gebleven zijn. Waar het toen beland is, weet men niet. In de negentiende eeuw kwam het boek in handen van dr. Adrianus Ledeboer, lector aan de klinische school te Rotterdam, tevens verzamelaar en uitstekend kenner van oude Nederlandsche boekdrukken. Nadat deze 19 Januari 1886 te Deventer overleden was, werd een paar jaar later, October 1888, zijn uitgebreide boekerij bij G.J. Brill te Leiden verkocht. Eigenaar van het handschrift van Hovius werd toen voor ƒ35 de firma Frederik Muller & Co.te Amsterdam, die het voor den prijs van ƒ48 overdeed aan het archief der gemeente Rotterdam. Daar berust het thans in de handschriftenverzameling.
In den gedrukten catalogus van de verkooping van Ledeboer’s bibliotheek wordt het handschrift onder n°. 442 als volgt beschreven: Adversaria van Barent Hovius, geb. [1]4 April 1642 en chirurgus te Rotterdam in 1678 fol. vél. Handschrift van ruim 500 bldz. met penteekeningen in fol. hoornen bd. Zeer curieuse verzameling van verschillende aanteekeningen in het Lat. en Nederd.; bevat tevens eenige portretten van staatslieden en geneeskundigen, waaronder een fraai portret van Prins Maurits. Een gravure met het jaartal 1418 — Gebeden voor de chirurgijns en medicijns bij verschillende gelegenheden — Gedrukte begrafenisbriefjes uit dien tijd enz. enz...'. Deze omschrijving is niet in allen deele juist en volledig. Zooals wij weten, is Hovius niet 4 April, doch 14 April 1642 geboren. Voorts is de gravure niet van 1418, maar een Lucas van Leijden (verzoeking van Christus in de woestijn. Mattheus IV, 1-4) van 1518. Van de 534 bladzijden zijn er verscheidene uitgesneden; waarschijnlijk echter waren deze grootendeels niet beschreven, evenals ook nu nog tal van witte bladen in het handschrift voorkomen.
Het schrift is vrijwel uitsluitend van Barent Hovius; alleen heeft op bldz. 527 de nieuwe eigenaar met eigen hand ingeschreven, dat hij het handschrift ten geschenke kreeg, terwijl wellicht op bldz. 267 de handteekening van des schrijvers broeder Willem Hovius voorkomt. Eenige ingeplakte brieven en aanteekeningen zijn geschreven door Joan Theobaldus uit de Keurpalts {bldz. 34), apotheker Doelman (bldz. 107), doctor Sismus (bldz. 272), Bartholomeus van Rosendael (bldz. 318), Pieter Deynoot (bldz. 390), doctor Bijlwerf (bldz. 447) en J. de Hoed (bldz. 460). Op bldz. 285 heeft een latere hand met potlood Latijnsche spreuken neergeschreven, terwijl op bldz. 522 zich acht met potlood geteekende wapens bevinden. Hoewel Hovius grootendeels in het Nederlandsch schrijft, drukt hij zich toch meermalen in het Latijn uit, terwijl hij ook nu en dan van het Grieksch gebruik maakt. Een enkele maal, blijkbaar voor de aardigheid, schrijft hij zijn naam met Hebreeuwsche letters, na bldz. 511 3) en op bldz. 19 en 449 vindt men zelfs een soort van spijkerschrift. Alles wijst er dus op, dat de schrijver een welonderwezen man moet geweest zijn.
Enkele der penteekeningen zijn met groene, gele en lilawaterverf gekleurd; de laatste kleur is ook gebruikt voor de kleuring der ingepiakte gravures, die begrijpelijkerwijze door die bewerking er niet fraaier op geworden zijn. Die gravures zijn de volgende: het portret van Guilielmus van der DuijnBatavobelga aet. XXII A° 1647 (bldz. 22), de faam (bldz. 35), een engel (bldz. 43), een mansportretje op het begrafenisbriefje vóór bladz. 151, een voorstelling van het laatste oordeel (bldz. 220), drie portretten met de onderschriften Hippocrates, Celsus en Galenus (bldz. 252), een 'douwdrager' (bldz. 257), het portret van prins Maurits (bldz. 319), een mansportret (bldz. 321), een mansportret (bldz. 323), het portret van Fernelius (bldz. 383), de gravure van Lucas vana Leijen van 1518 (bldz. 449), een mansportret (bldz. 454), een afbeelding van den tijd (bldz. 462), een mansportret (bldz. 508), een mansportret (bldz. 517), een boekprentje 'masculi explicatio' (bladz. 520). Voor een deskundige zal het niet moeilijk zijn, om uit te maken wie de mij onbekende portretten voorstellen. Blijkbaar hebben er meer prentjes in het boekdeel ingeplakt gezeten; sommige bladzijden dragen daar onmiskenbare sporen van. Wat verder in het boek bijgeplakt is, bestaat in hoofdzaak uit het volgende: een albumblad voor des schrijvers vader Bernhard Hovius bij zijn vertrek naar Leiden, door Joan Theobaldus, curtenius patatinus (uit de Keurpalts), geschreven 3 Juni 1631 te Harderwijk (bldz. 34); een geschreven attestatie over een goudmakersproef te Middelburg in 1604 (bldz. 107)J), een gedrukt begrafenisbriefje voor dr. Gerhardus Duinius, chirurgijn op het Antwerpsche Veer bij de Roobrugge, van 21 Juni 1679 (bldz. 149); een dito voor Abraham Croquius, chirurgijn op den hoek van de Wijnstraat bij het Oost-Indische huis, van 5 Juni 1679 (bldz. 151); een geschreven verklaring over een uit een menschenbeen gekomen worm, met het gedroogde dier erbij, van 7 April 1669 (bldz. 259); enkele krantuitknipsels van October 1689 over de zaak van den predikant de Clijver (bldz. 317) en een gedrukte 'Dancksegginge' (bldz. 525). Het handschrift is gebonden in een smaakvollen perkamenten band, die wel eenigszins geleden heeft. Op het midden van de platten bevinden zich goudstempels ingesloten door een rechthoek, gevormd door een goudlijn met hoekversieringen. Van de oorspronkelijke groenzijden sluitbanden was zoo goed als niets meer over; thans zijn er groene katoenen banden voor in de plaats gesteld. Op den rug staat geschreven: 'B. Hovii Adversaria mss'.

In de jaren tachtig is het 'Receptenboek' een aantal jaren voorwerp van studie geweest tijdens de werkcolleges die vooraf gingen aan de bijeenkomsten van de Landelijke Cursus Medische Geschiedenis (link). De transcripties een aantekeningen uit die jaren maken dat dit nieuwe project een vliegende start heeft. Het uiteindelijke doel is de volledige transcriptie van het handschrift, voorzien van de vertaling van passages in het Latijn en van medisch en farmaceutisch commentaar.

Index van persoonsnamen

Aan het slot van zijn artikel plaatste Wiersum een 'Index van persoonsnamen' die bij de verdere bewerking van het handschrift kan worden geredigeerd en van biografische bijzonderheden worden voorzien.

Lees meer
  1. Aeltje, muetjen 266
  2. Aemilius, J. 378
  3. Ardenne 161
  4. Backer, Hendrik Pieters den 263
  5. Baggaert, Johan, medicinae doctor te Middelburg 195
  6. Balkman, Jonas, chirurgijn te Amsterdam 185
  7. Balterens, Jan 418
  8. Barbarossa, Turksch admiraal 69
  9. Batenburgh, Diderich van, heer te Anholt 461
  10. Bazius, doctor, te Rotterdam 167, 258
  11. Benoorden, doctor 183
  12. Bergh, Gerrit van den, chirurgijn te Rotterdam 31, 158, 160
  13. Bernier, Franciscus 21
  14. Biezem, Van 179
  15. Bils, Louwys de 325
  16. Birckhuyzen, Van, te Leiden 61
  17. Bissit, Jacobus, te Bleyswijk 162, 174, 175
  18. Blankert, doctor 325
  19. Bodde, Gerrit, te Houfjes (?) 270
  20. Braezem, Den, distillateur 355, 408
  21. Brouwer, op de Botersloot 260
  22. Bijlewerf 447
  23. Celosse, zie Sjalosse 179, 269, 453
  24. Claezen, Carsten 53
  25. Cluyssen, Herman, muntessaieur vóór 107
  26. Clyver, De, predikant 317
  27. Coeverden, Jan van 528
  28. Colonia 531
  29. Colonia, Hendrik de 31, 273
  30. Colonia, Jacobus de 61
  31. Colonia, Jan Jansz. de 172, 264, 273
  32. Coppers 261
  33. Cosijn, Frans 264
  34. Coxius (Cocquius), Abraham, heelmeester te Rotterdam 31, vóór 151, 158, 261
  35. Croes, Johannes 27i
  36. Deynoot 262, 264, 265, 267, 274, 323, 343, 390, 391
  37. Doelman, apotheker vóór 107
  38. Doetmenuyt, Jan (Johannes) 162, 163, 271
  39. Duinius, Gerhardus vóór 149
  40. Duyn, Guilielmus van der 22
  41. Duyvendijk, op de Botersloot 191, 534
  42. Elger, Den 179
  43. Fierens 264
  44. Forestus a Sylva 450, 451, 452
  45. Graeff, Van der 274
  46. Genton, doctor 275
  47. Guinelon, doctor 191
  48. Haer, Cornelis ter 262
  49. Ham, Ter, doctor 260
  50. Hartich, schipper 260
  51. Hartman, David 31
  52. Hazevoet, Johannes, geneesmeester te Rotterdam 501
  53. Hoeck, A. van der 260
  54. Hoed, J. de vóór 461
  55. Hogenheym, Van 256
  56. Hollaert, Pieter, chirurgynsknecht 31, 454
  57. Houck, Leonardus van der, doctor, te Rotterdam 262, 266, 267, 501
  58. Houtenburgh, Johannes, chirurgijn te Bodegraven 164, 167, 191, 385, 417, 452
  59. Houwert, juffrouw 458
  60. Hovius, Barent 58, 180, 250, 274, 281, 385, 457, 501
  61. Hovius, Bernardus (Barent) 34
  62. Hovius, Johannes 457
  63. Hovius, Wilhelmus 267
  64. Jacob, chirurgijn te Klaaswaal 170, 171
  65. Jacobsen, Cornelis van Zevenhoven 259
  66. Jongejan 275
  67. Joosten, Splinter 264
  68. Kerkhoven, de bode 261
  69. Kieft, weduwe 355
  70. Kievit, A. 419
  71. Kock, Gerard 528
  72. Koenerdingh, Adrianus, stadsheelmeester te Amsterdam 180, 181, 183, 194, 528
  73. Knurff, Jacob, te Amsterdam 187
  74. Kuyper, in 't Hang 271
  75. Kuyper, De 262, 267
  76. Leeuwen, Van, de zilversmid 263, 264
  77. Maet, Celia ter 268
  78. Majerne, doctor uit Engeland 179
  79. Meer, Johannes van der, pestmeester te Leiden 503
  80. Meeshoeck, Dirk 459
  81. Mens, doctor 414
  82. Morelius, Guilelmus 341
  83. Mouthaen, Johannes 275
  84. Mouthaen, oom 261
  85. Muntinckx, Frederick vóór 107
  86. Mustaljeer, Carel 275
  87. Oostrom, Van 270
  88. Ouzeel 173, 265
  89. Ovelingh, Leendert 455
  90. Paets, op de Botersloot 260
  91. Paree, Ambrosius 326
  92. Pieter de lijstenmaker 532
  93. Pot, Leonardus, chirurgijn 180, 527
  94. Pijl, chirurgijn in Zuidland 168, 170
  95. Pijnake, Leonardus a 108
  96. Ranzonius, Hendricus 340, 341
  97. Rhee, Huybert van 264
  98. Ridder, De, juffrouw 418
  99. Ridderus 254
  100. Roonhuysen, doctor 192
  101. Roosmalen 450
  102. Rosendael, Bartholomeus van 318
  103. Rijckhals 263
  104. Scholtius, medicus 414
  105. Schouten, Heyman 55, 60
  106. Schrieck 267
  107. Sismus, doctor 263, 267, 272
  108. Sismus, Jacobus 179
  109. Sismus, Paulus 380
  110. Sjalosse (Celosse) 179, 269, 453
  111. Smaltius 267
  112. Smith, doctor 56
  113. Sonjée, landschapschilder 528
  114. Sosa, Isaac 257
  115. Spijkoort, Johannes 263, 265
  116. Staden, Van 68
  117. Stamhorst, doctor 187
  118. Stegen, Van der 261
  119. Stierman, d’ 534
  120. Straten, Van der, doctor 261
  121. Taling 283
  122. Tennis, oude 34
  123. Uytenius, remonstrantsch predikant te Nijmegen 172
  124. Vigo, Johannes d’ 175
  125. Vrooman, Jacob 45
  126. Waghtmans, op de Hoogstraat 265
  127. Warmont, Ary 379
  128. Wayer, doctor 192
  129. Wever, Frans de 283
  130. Willis, Thomas 260
  131. With, Cornells de 164
  132. Zas, N., doctor 323
  133. Zasbout 267
  134. Zwaerdecroon 159

Het handschrift

Het Stadsarchief Rotterdam heeft het handschrift gedigitaliseerd en de scans ervan op zijn website geplaatst (link). Deze scans zijn voor dit project allemaal bewerkt (Photoshop), ten behoeve van de bestudering, bewerking en de latere uitgave.

  • kaft
  • fol. 4
  • fol. 5
  • fol. 6
  • fol. 7
  • fol. 8
  • fol. 9
  • fol. 10
  • fol. 11
  • fol. 12
  • fol. 13
  • fol. 14
  • fol. 15
  • fol. 16
  • fol. 17
  • fol. 18
  • fol. 19
  • fol. 20
  • fol. 21
  • fol. 22
  • fol. 23
  • fol. 24
  • fol. 25
  • fol. 26
  • fol. 27
  • fol. 28
  • fol. 29
  • fol. 30
  • fol. 31
  • fol. 32
  • fol. 33
  • fol. 34
  • fol. 35
  • fol. 36
  • fol. 39
  • fol. 40
  • fol. 41
  • fol. 42
  • fol. 43
  • fol. 45
  • fol. 46
  • fol. 47
  • fol. 48
  • fol. 49
  • fol. 50
  • fol. 51
  • fol. 52
  • fol. 53
  • fol. 54
  • fol. 55
  • fol. 56
  • fol. 57
  • fol. 58
  • fol. 59
  • fol. 60
  • fol. 61
  • fol. 63
  • fol. 64
  • fol. 65
  • fol. 66
  • fol. 67
  • fol. 68
  • fol. 69
  • fol. 70
  • fol. 71
  • fol. 72
  • fol. 73
  • fol. 74
  • fol. 75
  • fol. 76
  • fol. 77
  • fol. 79
  • fol. 83
  • fol. 85
  • fol. 87
  • fol. 89
  • fol. 90
  • fol. 91
  • fol. 92
  • fol. 93
  • fol. 94
  • fol. 95
  • fol. 96
  • fol. 97
  • fol. 98
  • fol. 99
  • fol. 100
  • fol. 101
  • fol. 102
  • fol. 103
  • fol. 104
  • fol. 105
  • fol. 106
  • fol. 107
  • fol. 108
  • fol. 109
  • fol. 110
  • fol. 111
  • fol. 112
  • fol. 113
  • fol. 114
  • fol. 115
  • fol. 116
  • fol. 117
  • fol. 118
  • fol. 119
  • fol. 120
  • fol. 121
  • fol. 122
  • fol. 123
  • fol. 124
  • fol. 125
  • fol. 126
  • fol. 127
  • fol. 128
  • fol. 129
  • fol. 130
  • fol. 131
  • fol. 132
  • fol. 135
  • fol. 137
  • fol. 139
  • fol. 140
  • fol. 141
  • fol. 142
  • fol. 143
  • fol. 144
  • fol. 145
  • fol. 146
  • fol. 147
  • fol. 148
  • fol. 149
  • fol. 150
  • fol. 151
  • fol. 152
  • fol. 153
  • fol. 154
  • fol. 155
  • fol. 156
  • fol. 157
  • fol. 158
  • fol. 159
  • fol. 161
  • fol. 162
  • fol. 163
  • fol. 164
  • fol. 165
  • fol. 166
  • fol. 167
  • fol. 168
  • fol. 169
  • fol. 170
  • fol. 174
  • fol. 178
  • fol. 179
  • fol. 181
  • fol. 182
  • fol. 183
  • fol. 184
  • fol. 185
  • fol. 186
  • fol. 188
  • fol. 189
  • fol. 190
  • fol. 191
  • fol. 192
  • fol. 193
  • fol. 194
  • fol. 195
  • fol. 196
  • fol. 197
  • fol. 198
  • fol. 199
  • fol. 200
  • fol. 202
  • fol. 203
  • fol. 204
  • fol. 205
  • fol. 206
  • fol. 207
  • fol. 208
  • fol. 211
  • fol. 212
  • fol. 215
  • fol. 216
  • fol. 217
  • fol. 218
  • fol. 219
  • fol. 220
  • fol. 221
  • fol. 222
  • fol. 223
  • fol. 224
  • fol. 225
  • fol. 226
  • fol. 227
  • fol. 228
  • fol. 229
  • fol. 230
  • fol. 231
  • fol. 232
  • fol. 233
  • fol. 234
  • fol. 235
  • fol. 236
  • fol. 239
  • fol. 240
  • fol. 241
  • fol. 242
  • fol. 244
  • fol. 245
  • fol. 246
  • fol. 247
  • fol. 248
  • fol. 249
  • fol. 250
  • fol. 251
  • fol. 253
  • fol. 254
  • fol. 255
  • fol. 256
  • fol. 257
  • fol. 258
  • fol. 259
  • fol. 261
  • fol. 262
  • fol. 263
  • fol. 264
  • fol. 266
  • fol. 267
  • fol. 268